the void
programma.........
projectnummer...
locatie.................
opdrachtgever....
fotografie............
renovatie en uitbreiding privéwoning en tuin
1931 (ontwerp in 2019)
Maastricht, NL
familie Wijnands
Leon Abraas
‘Zo niet inneemt, dan toch afstaat. Ruimte.’ Fragment uit ‘Ruimte’, gedicht uit de dichtbundel ‘Geen man, want geen vrouw’, 2001 van Gerrit Krol. De nieuwe en uitgesproken voorgevel lijkt een abstracte interface, die een semi-transparante inkijk biedt op de wereld die erachter schuilgaat. Misschien te vergelijken met onze beeldschermen die inmiddels de toegang vormen naar de mateloze digitale en platte ruimte (wat een illustratieve tegenspraak) die in toenemende mate onze verblijfsarena is. Midden in het bouwvolume wordt een functieloze, lege, kubische ruimte gerealiseerd, met een groot raam pal op het zuiden, waardoor een zonnewijzer midden in de woning ontstaat. Veel van de omliggende binnenruimten kijken erop uit, alsof het om een centraal-plein-motief gaat. Terwijl het huis en de tuin met de precisie en bedrijfszekerheid van een uurwerk tot in het kleinste detail werden doorwerkt, is het toch bovenal die leegte die indruk maakt. Deze leegte lijkt het nog niet gedefinieerde te eren; wellicht al hetgeen dus nog kan ontstaan.
With the current cognitive complexity, we seem to lose our instinct of what is either real or a layered suggestion, also increasing a fundamental unsureness in the relationship between private and public. This new and distinct street facade appears to be an abstract interface, offering a semi-transparent view of the private world behind it; a comparison perhaps with our screens, which provide access to our endless digital and flat space (what a contradiction) that is increasingly our living arena. A functionless, empty, cubic space is created in the middle of the volume, with a large window facing directly south, creating a sundial in the middle of the house. Many of the surrounding interior spaces have their view onto it, as if they share a town square. While the house and garden have been worked through, up to the smallest detail, with the precision and reliability of a clockwork, it is above all else, that emptiness, that makes an impression. This emptiness seems to honour the undefined yet; perhaps everything that can still arise.